Leuker kunnen we het niet maken... want ik wil politicus worden
Terug
Clubnieuws 26 Maart

Leuker kunnen we het niet maken... want ik wil politicus worden

Nieuws afbeelding

Na afgelopen woensdag toen ik een hele avond lang de verkiezingsuitslagen had gevolgd, wist ik het al, maar sinds afgelopen zondag weet ik het helemaal zeker.
Ik ga de politiek in. Mogelijk vraagt u toch om enige uitleg van deze ogenschijnlijk doldrieste stap gezien mijn leeftijd en mijn alom bekende integriteit.

Menigeen spreekt mij des zondags op het hockeyveld aan over de wijze waarop ik de prestaties van de spelers en speelsters van onze teams met een zekere berusting en een speelse glimlach op het gelaat volg. Ik kan mij die indruk voorstellen zolang het de capriolen en bokkesprongen van de zwoegers van de wat oudere garde betreft. Maar ook dan is dit schijn. Ik zal het maar ronduit zeggen: ik kan niet tegen mijn verlies. Wanneer welk Arnhem-team dan ook verliest ervaar ik dat alsof ik door pijlen in mijn hart getroffen wordt. Het voelt alsof zo’n nederlaag mijn schuld is. Hoe anders is de doorsnee politicus. Met een ‘big smile’ van oor tot oor weet hij -en vooral ook zij- de smadelijkste nederlaag tot een glorieuze triomf om te buigen. Harrie Potter Jetten wist in één interview tot driemaal toe vol verve te vertellen, dat zijn partij de meest succesrijkste zou geweest zijn als de kiezers anders gekozen hadden. Asscher trakteerde zichzelf en zijn enige aanhanger de volgende dag op een taart, omdat, -zo formuleerde hij het letterlijk-: "zijn partij in het verleden wel grotere verliezen had geleden”. Liliane Marijnissen deed de doodsteek voor haar clubje af met de opbeurende opmerking: "Het was niet onze dag”. Had ik maar een greintje van zoveel incasseringsvermogen.

Wilt u weten waarom ik afgelopen zondag de dag van mijn leven had? Ik zal het u ronduit zeggen: omdat alle thuisspelende Arnhem-teams met klinkende overwinningen het strijdtoneel verlieten. De dag begon ook al zo feestelijk. Onder een stralend lentezonnetje dartelden onze jongste-jeugd- spelertjes als vrolijk huppelende bokjes en geitjes in de wei. Hun spelplezier droop letterlijk van hun bezwete snoetjes. Een groter compliment kon de organiserende jeugdcommissie niet gegeven worden.

Omdat enkele teams door hun inzet en gedrevenheid, gepaard gaand met een surplus aan technisch vermogen en puur hockeytalent, een zekere garantie voor succes vormen, bezorgen zij de enthousiaste toeschouwer een wekelijks terugkerend kijkfestijn. Het team van Dames 2 en van Veteranen C zijn de betrouwbare pijlers daarvoor. Hoewel Femke de Groot, Denise Mulling en Eva Dortmans met hun spetters van doelpunten het uiteindelijke vonnis over de Union-tegenstandsters velden, was het toch de prestatie van het hele team dat de munitie daarvoor had aangeleverd. Slechts eenmaal kon de Nijmeegse opponent daar iets tegenover stellen(3-1).

Wanneer Arthur van Hagen in de meest letterlijke zin ‘goedgemutst’ is, weet de echte kenner dat doelpunten als rijpe appelen van de boom gaan vallen. De zevenklapper tegen de leeftijdgenoten uit Beuningen leverde daarvan het overtuigende bewijs. Arthur nam een hattrick voor zijn rekening. Tristan Steenmeijer toonde zich evenwel baas boven baas en doorboorde het vijandelijke doel liefst viermaal. Als echte goede gastheren gunden onze mannen de tegenstanders ook 3 doelpunten, zodat allen met een 7-3 uitslag tevreden het bierfust opzochten.

Een vaatje adrenaline hebben de dames van Arnhem D1 altijd wel voor mij klaar staan. Om eerst mijn hartslag op een aanvaardbaar niveau te brengen, tipte Lizemijn Evers na een kwartiertje supermooi de geruststellende 1-0 binnen. Maar al rap sloeg de gastvrijheid van onze dames in grootse omvang toe, waar hun opponenten uit Soest dankbaar gebruik van maakten door de 1-1 aan te tekenen. Tijdens de pauze -wie heeft die periode ooit "rust” genoemd?-, bleek Karo Sluis instructie van mijn cardioloog gekregen te hebben. Zij verzilverde een strafcorner vakkundig en kalm tot een schitterend doelpunt, 2-1. Dat er op onze velden echt hoogstandjes van wereldklasse vertoond worden, demonstreerde Charlotte Klop overduidelijk door op miraculeus fraaie wijze de stand naar 3-1 op te voeren. Daar ging een oogstrelende combinatie tussen Julia Wout en Ashley Meeuwsen aan vooraf. Kat in het bakkie, zou je mogen denken. Gigantische misvatting. Met een sadistisch genoegen gaven onze dames daarna een demonstratie hoe je op de meest knullige manier kunt uitverdedigen. Opeens voelden hun tegenstandsters zich als vissen in het water. Aanval op aanval golfde op het Arnhem-doel af, waar doelvrouwe Judith Sijbers, als een kruising tussen een leeuw en een tijgerin, met katachtige sprongen schier onhoudbare ballen uit haar doel ranselde. Toch moest zij eenmaal voor een Soester treffer capituleren. Omdat mijn hart bonsde als de kerkklokken van de Sint Pieter in Rome, verborg ik mij achter veld 3 om het spel van onze meiden niet nog verder te ontregelen. Immers puntenverlies, en zeker een nederlaag, zou mij wellicht tot het plegen van harakiri nopen. Het verlossende eindsignaal klonk mij dan ook als het trompetgeschal van een engelenkoor in de oren. Een fabuleuze 3-2 zege was, fel strijdend, behaald.

Dat het leven rozengeur en maneschijn kan opleveren bleek maar weer eens bij de huldiging van een eindeloos lange rij jeugdige coryfeeën als herfst- dan wel zaalhockey kampioenen. Trots prijkt straks op menige wand van slaapkamer dan wel studeervertrek een terecht verdiende eremedaille. Telkens wanneer een team in het zonnetje gezet werd voelde ik me deelgenoot van hen. Dit was en is de succesrijke AHC.

Het bleek de prelude te zijn van het optreden van ons vlaggenschip Heren 1. Hun tegenstrevers waren de spelers van Leeuwarden, voor wie ik altijd een bijzondere sympathie heb, omdat ik eens lang geleden, toen ik nog jong en dartel was (dus echt heel lang geleden) mijn eerste hockeyschreden bij die club heb gezet. De Noorderlingen bleken nog niets aan sportiviteit en goede manieren ingeboet te hebben, getuige het feit dat zij voor de vorige week zo ongelukkig geblesseerd geraakte Tijmen de Bos een fraai boeket bloemen als troost hadden meegebracht. Ook binnen de lijnen toonden zij zich keurig opgevoede heren door, ondanks hun optisch veldoverwicht, de score tot aan het rustsignaal op 0-0 te houden. Doch daarna brak de Friese beer los. Op fraaie wijze scoorden zij twee doelpunten en zetten daarmee "mijn Arnhem” op een 0-2 achterstand. Een fractie van een seconde welde in mij de gedachte op de overwinning wel aan mijn voormalige taal- en streekgenoten te gunnen. Het bleek een ‘faux pas’ van zeer korte duur te zijn. Mijn Arnhem-hart sprak anders. De Arnhem-spelers moeten dat aangevoeld hebben. Voor de Friezen leek er nog geen vuiltje aan de lucht te zijn toen Joep Winters sneaky voor de aansluitingstreffer zorgden. Paniek in de Friese gelederen ontstond er pas echt toen Michiel Tromp oorverdovend hard de bal uit een strafcorner in de vijandelijke touwen joeg. Zoals roofdieren al op grote afstand hun prooi ruiken en meedogenloos hun jacht inzetten, zo joegen mijn mannen hun tegenstanders na. Het genadeschot werd wederom via een strafcorner door Michiel Tromp gegeven. 3-2. Hoe fraai kan een overwinning zijn als zelfs de tegenstander je met deze prestatie feliciteert.

Voorlopig heb ik mijn voornemen om de politiek in te gaan toch maar even in de ijskast geparkeerd. We hebben immers het karakter om elke strijd in een overwinning om te zetten. Dat is in ieder geval de rotsvaste overtuiging van,

Wim Swart, uw wedstrijdsecretaris