Leuker kunnen we het niet maken, want “ Wir sind Herbstmeister”
Terug
23 November

Leuker kunnen we het niet maken, want “ Wir sind Herbstmeister”

Nieuws afbeelding

Grauwe wolkensluiers hingen boven ons paradijselijke sportpark Beekhuizen. Een miezerige regen druilde gestaag naar beneden. Een handjevol verkleumde toeschouwers stond bibberend langs de zijlijn te koukleumen. Kortom: een schitterende ambiance voor een schilderij uit de Romantiek van de 19e eeuw. Maar toen verschenen in fris gewassen blauw-wit tenue de meiden van ons Dames 1-team binnen de lijnen. Het leek alsof een bundel zonnestralen door het wolkendek piepte. De gestaag neergutsende regen voelde opeens aan als een behaaglijk warme douche. De hondstrouwe supportersschare nestelde zich, dicht tegen elkaar aangedrukt om de warmte vast te houden, op de tribune. En niet tevergeefs. Want nauwelijks was de wedstrijd tegen de dames uit Almelo van start gegaan of Mirthe van Ruller had op aangeven van Julia Hendriks even genadeloos als meesterlijk het vijandelijke doel doorboord. 1-0. L’histoire se repète. Net als een week geleden ontspon zich een wedstrijd, die strak stond van de adrenaline. De spanning liep tot ondragelijke hoogte op. Toen de Almelose opponenten ook nog steels de 1-1 binnentikten veranderde de zwarte haardos van coach Jamie Swiers van pure zorgen in een witgrijze krullenbol. Het was weer zwoegen en ploeteren geblazen door onze meiden. Het weekendje quarantaine in de bossen van Amersfoort heeft van deze groep echter een steeds hechter wordend team gemaakt. Feestelijk was juist daarom dat een wedstrijd ook altijd een laatste minuut kent. Het was het moment waarop Arnhem een strafcorner werd toegewezen. Jikke Liewes sloeg aan, Floor Laagland stopte en maakte een weergaloos één-tweetje met Mirthe.Vervolgens sloeg Floor oorverdovend hard de bal tegen de planken. 2-1! De zwarte haardos was bij coach Jamie als bij toverslag weer teruggekeerd. Mochten onze voetballers wereldkampioen worden dan zal de feestvreugde daarover in schril contrast staan met de enorme blijdschap van onze meiden en het publiek door deze overwinning. Met een ietwat gerust gevoel gaan we de winter tegemoet. Aanstaande zondag nog wel even de wedstrijd uit tegen Civicum omzetten in winst. "Mark my words”, sprak hij vol vertrouwen.

De regen had intussen aan intensiteit toegenomen, toen ons Heren-team aan de bak moest tegen naaste titelpretendent Almelo. Onze mannen hadden vorige week goed opgelet, hoe de getalenteerde helden van Veteranen A strafcorners verzilveren. Al bij het begin van de wedstrijd demonstreerden zij hun les goed geleerd te hebben. Strafcorner voor Arnhem, Rense de Bos sloeg hard en strak aan op Tijmen. Bats, boem 1-0. Ziezo, dat wordt een makkie, dacht het in groten getale toegestroomde publiek. Niet dus. Op een of andere manier scheppen onze mannen er het grootste genoegen in om de spanning , althans voor mij, tot in de hoogste regionen op te voeren. Waar ik reikhalzend uitzag naar een voor mijn gemoed weldadige 5-0 stand voor Arnhem, liet men, geheel onnodig, de Almelose tegenstanders de talenten van keeper Wouter de Leng op de proef stellen. Gelukkig dat hij zijn meesterschap telkens uiterst bekwaam toonde. Mijn hart bonsde evenwel in mijn keel. Met groot verlangen keek ik uit naar de geruststellende omarming van Oma de Bos, die mij een week geleden zo liefdevol geboden werd toen doelpunten aanvankelijk achterwege bleven. Nu moest ik mijn rustgevende hartpillen blijven slikken tot ver na de pauze. Het was Olivier Wieberdink, die met een indrukwekkende solo op meer dan fraaie wijze de 2-0 voor zijn rekening nam. Het was vreugde en gemoedsrust van korte duur, want onmiddellijk na Oliviers kunstwerkje verraste Almelo het Arnhemse sluitstuk Wouter. 2-1. Alle goden in de hemel zij geloofd, geprezen en bedankt, dat in onze gelederen ene Michiel Tromp aanwezig is. Je moet erbij zijn geweest om het te geloven. De strafcorner die hij middels een enorme sleeppush het Almelose doel injoeg was van meer dan uitzonderlijke wereldklasse. 3-1.

"Wir sind Herbstmeister”. Het is een prijs, die zo fraai klinkt, zeker in het Duits "ausgesprochen”, maar één die nog niets voorstelt. We zijn al wel een heel eind op de goede weg. Dat was dan ook de goede reden voor een uitbundig aansluitend feest. Hopelijk een voorproefje voor een feest over een half jaar. Want we zijn er nog niet, maar we komen er wel. Dat is in ieder geval de rotsvaste overtuiging van,

 

Wim Swart