Leuker kunnen we het niet maken, want onze AHC is uniek
Terug
Clubnieuws 13 Maart

Leuker kunnen we het niet maken, want onze AHC is uniek

Nieuws afbeelding

Aan de dieren die een winterslaap houden zoals de egels, de vleermuizen, de kikkers en de padden zou naadloos mijn naam toegevoegd kunnen worden.
Normaliter wend ik mij vanaf de eerste decemberdagen tot begin maart totaal van het hockeygebeuren af om mij onder te dompelen in een soort "dolce far niente”, een zalig totaal nietsdoen. Dat wil in mijn geval zeggen dat ik mij dan overgeef aan mijn vele andere hobby’s. Dit jaar evenwel leek mijn winterslaap meer op die van een beer. Af en toe even wakker worden uit een weldadige sluimering om een lekker hapje te verorberen. Dit vereist enige toelichting.

Begin januari lag er opeens een brief op mijn deurmat met daarin een vriendelijke uitnodiging van ons A-veteranenteam om op 1 februari deel te nemen aan "het al jaren traditionele klootschietentoernooi”. Dat leek mij een aardige variatie op hun hockeyprestaties te zijn. Qua niveau zou het hier zeker niet voor onder doen. Omdat aansluitend aan het toernooi een copieuze maaltijd geserveerd zou worden, aanvaardde ik de invitatie met extra graagte. Dus begaf ik mij op de aangegeven dag naar Rheden alwaar ik door een select gezelschap bij een etablissement van naam en faam, de Ruif geheten, hartelijk werd verwelkomd. Niet allen van het veteranenteam gaven acte de présence, omdat sommigen verstek hadden laten gaan uit angst dat er tijdens de maaltijd met mes en vork gegeten moest worden. Dat deed geenszins afbreuk aan de stemming en de goede sfeer. Die was bruisend en klaterend en werd nog eens extra verhoogd, toen Friso Hagen zijn absentie telefonisch kwam verklaren, maar er op stond om alle genoten consumpties te willen betalen. Dat werd het sein tot een feestelijke polonaise, waarbij Jarl Kolff zelfs schommelend in de kroonluchters hing. Ik kan u verzekeren dat er dan wat hangt. De vrolijkheid kende geen grenzen. De fraaiste anekdotes en de smeuïgste roddels deden onder luid schaterlachen de ronde met name over diegenen, die niet aanwezig waren. Aan het einde van de maaltijd moest zelfs geconstateerd worden, dat het hele klootschietentoernooi er bij in geschoten was. Rap bedacht captain Casper Klein als verklaring hiervoor dat vanwege opdooi en een te hoge waterstand van de IJssel de baan onbespeelbaar was geworden. Toch moest de aan het toernooi verbonden wisseltrofee uitgereikt worden. Een jongensdroom kwam voor mij uit, toen het kleinood na een sprankelend en welluidend eerbetoog aan mij werd uitgereikt. De zekerste garantie dat ik ook volgend jaar deel mag uitmaken van deze unieke "Arnhemsche” happening.

dit is ie dan: de Superkloot.

Het bleek niet het enige moment te zijn, waarop mijn winterslaap op aangename wijze onderbroken werd. Dat was op een intens druilerige zondagmorgen ergens in februari, zo’n dag waarop je echt met je ziel onder de armen loopt. Vroeger plakte je dan je vakantiefoto’s in een album reikhalzend en verlangend uitkijkend naar een herhaling van betere tijden. Nu las ik op de AHC-website dat er op ons sportpark iets gedaan werd door de vrijwilligerscommissie "Groen&Doen”. Even vroeg ik mij droefgeestig af wie bij zo’n hondenweer tot enige actie in staat kon zijn. Omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, begaf ik mij toch, geheel tegen mijn gewoonte in, naar ons sportpark Beekhuizen. Wat ik daar mocht aanschouwen grenst aan het ongelofelijke. Het leek wel een groep nijvere mieren, zo werd er gezwoegd, gesjord en gesjouwd met stoelen, banken, struiken en takken en wat al niet meer. Geweldig! Maar, -als gevolg van mijn winterdipje-, dacht ik: dit is een eenmalige actie. Tot afgelopen zondag!. Wederom druilerige regen. De nijvere mierengroep had zich inmiddels enorm uitgebreid. Opnieuw was iedereen druk in de weer. Beuken en meidoorns werden bij veld 1 en 3 geplant. De fietsenstalling kreeg een opfrisbeurt. En passant werd veld 1 en alles er omheen schoongemaakt. Ook veld 3 ligt er nu weer als een biljartlaken bij. Sander Nieuwenhuizen, een man met spierballen als kabeltouwen, maakte het tegelterras vakkundig waterpas. Als God op de vierde dag van de Schepping het licht niet had geschapen, hadden we Marcel van Heertum hiervoor kunnen inhuren. Hij zorgde er op zijn eentje voor dat we voortaan bij een heldere en vooral veilige verlichting onze materialen weer in de container kunnen opbergen. Al vanaf het ochtendkrieken ontlokten Arnout Schadd, Henk Schoonhoven en Eric de Geus weldadige klanken aan hun hakselmachine (om het snoeiafval te versnipperen), gelijk violisten in de 9e symfonie van Ludwig van Beethoven. Heel toepasselijk zongen zij hierbij luidkeels de "Ode an die Freude” uit hetzelfde klassieke meesterwerk. Hoe graag zou ik alle 30(!) namen noemen van hen, die met deze geweldige inzet onze AHC ook nu weer tot zo’n unieke club maken. Intussen werd er op deze zondag ook gehockeyed. De winterslaap van de speelsters van Heren 1 en Dames 1 bleek evenwel nog niet helemaal verleden tijd te zijn. Zij leken vooral op jongelieden, die ’s morgens, nog in nachtkleding gehuld, loom en sloom aan de ontbijttafel verschijnen. Een verslag van hun prestaties kan bijgevolg gereduceerd worden tot nul. Hoewel ook de meiden van Dames 2 een onverwachte nederlaag incasseerden, kan hen moeilijk slaperigheid verweten worden. Integendeel. Afgelopen vrijdag waren zij het die voor een grandioos cowboy-feest zorgden. Afgezien van de fantastische sfeer die er in het clubhuis hing, moet zeker vermeld worden dat door de inspanningen van deze dames er maar liefst € 1130 ingebracht werd voor de nieuwe toplaag van veld 1. Driewerf hulde! Immers ook dat maakt onze AHC zo uniek.

Voor de echte hockeyprestaties kunnen we echter altijd weer rekenen op de mannen van onze veteranenteams. Omdat het merendeel van hen inmiddels verrijkt is met de nodige "Nachwuchs” behoort het woord ‘winterslaap’ niet meer tot hun vocabulaire. Dat straalt het hele team van veteranen-C overduidelijk uit. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hun aspiraties gericht zijn op het behalen van het kampioenschap. Eerste vereiste is dan wel dat je op een aantal vaste doelpuntenmakers moet kunnen rekenen. In deze is Arthur ten Hagen betrouwbaarder dan de bank van Engeland. Dat betekende dus 1-0. Dat Thomas Meijneke over goddelijke alomtegenwoordigheid beschikt is meer dan evident. Hij dook dan ook zo onverwachts op voor de Edese doelman dat het een tweede doelpunt opleverde. Het was voor de spelers van Ede B daardoor duidelijk wie er echt kampioensaspiraties hebben.

Wanneer het team van veteranen B ten tonele verschijnt ben je op voorhand al bereid om er eens goed voor te gaan zitten. Originaliteit is hun devies. Deze keer had Harm Jan Kuipers zichzelf geen basisplaats gegund , de enige speler aan wie je direct ziet dat hij vaker een hockeystick in handen heeft gehad. Zonder hem is het maken van doelpunten, zeker gescoord vanuit een strafcorner, een schier onmogelijke opdracht. Nu evenwel eiste Epko Vlugt alle aandacht onmiddellijk op door bijzonder fraai een hattrick te scoren. En jawel, alle drie vanuit een strafcorner. Over originaliteit gesproken! Dat Thomas Meijneke ook in dit team tot scoren kan komen toonde hij onomstotelijk aan door, gelanceerd als een kanonskogel, met bal en al in het vijandelijke doel te belanden. Bij zo’n doelpuntenfestijn is er ook altijd wel een pareltje van Michael Fransz bij. Toch blijft Maarten Beentjes voor mij de superheld. Is hij eenmaal aan de bal dan kunnen zijn medespelers met een gerust hart een kwartiertje (of langer) pauze nemen. Kwikzilverig rent hij met het projectiel aan zijn stick door de vijandelijke en eigen linies om vervolgens deze tocht weer in omgekeerde richting af te leggen. Hoewel hij daardoor dus geen meter is opgeschoten, is zijn behendigheid en balvaardigheid toch steeds weer een lust voor het oog. Mocht een tegenstander het wagen zijn acties te willen doorbreken dan weet hij in woord, gebaar en mimiek altijd wel de aandacht van de scheidsrechter in zijn voordeel te trekken. Met Maarten in je gelederen krijg je de indruk zelfs een Derde Wereldoorlog te kunnen winnen.

Ook dat is het bewijs dat onze AHC uniek is. Het is in ieder geval de rotsvaste overtuiging van,

Wim Swart, uw wedstrijdsecretaris