Algemeen 6 November
Leuker kunnen we het niet maken, want met veteranen heb je toekomst
Afgelopen zondag was de lente in volle glorie teruggekeerd. Aan een strakblauwe lucht scheen een verrukkelijk zonnetje. Alle reden dus om mij op de fiets (met trapondersteuning) al bij het ochtendgloren naar het paradijselijke sportpark Beekhuizen te begeven. Er stond een heerlijk menu aan wedstrijden op het programma. De Arnhem-dames met al enkele lentes achter de rug gingen het opnemen tegen het altijd te vrezen PW uit Enschede, terwijl de heren uit de prepensioen categorie de degens zouden kruisen met een kluwen bedaagde leeftijdgenoten van Upward. Kortom, "ein Leckerbissen feinster Art” werd als exquise maaltijd geserveerd.
Vrolijk fluitend legde ik mijn traject naar Beekhuizen binnen de tijdsspanne van een uurtje af. Toen ik evenwel mijn plaatsje op de tribune had ingenomen keek ik uit over een maagdelijk leeg speelveld. Geen charmante en kokette Arnhem-dames te bekennen, noch een kluit noeste vrouwen, ontsproten aan het vruchtbare Twentse tukkerland. Even fronste ik mijn wenkbrauwen van opperste verbazing. Maar alras werd mij de oorzaak van deze leegstand duidelijk. Het is immers al eeuwen bekend, dat tukkers de zenuwachtige trekken van ontheemden vertonen zodra zij de grenzen van hun geboortestreek moeten overschrijden. Ditmaal werd een tekort aan speelsters gegeven als oorzaak van hun afwezigheid. Ja, heimwee kent vele vluchtwegen.
Het was dus wachten op de glorieuze intocht van onze Arnhem-helden, gevolgd door de binnenkomst van een goedwillende groep Upward spelers. Die wens leek na een uurtje wachten in vervulling te gaan. Doch van helden was geen sprake. Zich moeizaam voortstrompelende bejaarden betraden de arena. Er waren zelfs enkelen onder hen, die hun hockeystick gebruikten om niet om te vallen. Casper Klein gaf een weergaloze vertolking ten beste van de hoofdrolspeler uit Molières komedie "La malade imaginaire ( "de ingebeelde zieke”). Zich vastklampend aan het hek van de veldomrastering maakte hij ingewikkelde rek- en strekoefeningen. Het kraken van zijn botten was tot ver achter de Posbank hoorbaar. Na het eerste fluitsignaal was het vertoonde spel slaapverwekkend. Er heerste een griezelige stilte op het speelveld, ongekend bij een optreden van veteranen Tijdens het eerste kwart van de wedstrijd kon ik, zij het met de grootste moeite, mijn ogen nog open houden. Doch daarna zorgden de heerlijk warme zonnestralen dat ik in een weldadige slaap wegdommelde. Doch plots schrok ik wakker. Het vierde kwart was net begonnen. De stand was, zoals te verwachten was nog steeds 0-0. Maar toen gebeurde het ongelooflijke. Zoals een Fenix uit zijn as, zo verrees ons veteranenteam uit zijn mentale, haast ziekelijke dufheid. Daar stonden zij opeens weer, de grote coryfeeën als Jeroen van Alken, Yves America, Jan Jaap van Binsbergen en alle anderen, teveel om allemaal op te noemen. Epco Vlugt ontpopte zich als een Napoleon door zijn veldheerstalenten aan een ieder te tonen. Wie is de scout geweest, die Ralph Zebregs, gezegend met een verbluffende techniek, binnen de gelederen van dit sterrenteam heeft gehaald? Als je dan ook nog beschikt over een Hans Tak, de rots in de branding en redder in moeilijke tijden, dan weet je dat een overwinning je op een presenteerblaadje wordt geschonken. Begrijpelijk dat Bram Witsenburg voor de magistrale doelpunten tekende, waardoor een 2-0 overwinning de geschiedenisboeken ingaat. Voor de sympathieke Upwardspelers stond goudgeel bier en verrukkelijk belegde broodjes klaar. Zij genoten er met volle teugen en dito monden van. Een nederlaag smaakt dan zelfs zoet.
Wat heb je toch een mooie toekomst, wanneer je als club over zulke getalenteerde veteranen beschikt. Waard om iedere week te volgen Dat is in ieder geval de rotsvaste overtuiging van,
Wim Swart
P.S. En met de werkgroep "Groen en Doen” heb je als club goud in handen!